De bevrijding van de Noord-Nederlandse gebieden van de Spaanse overheersing aan het eind van de zestiende eeuw was het beginpunt voor de vorming van een eigen bouwstijl. In de nieuwe staat, die bekend werd als de “Nederlandse Republiek”, waren er geen strikte bouwvoorschriften in verband met het katholicisme en dit gaf de bouwers meer vrijheid bij het ontwerpen van gebouwen. Zo begon de Nederlandse bouwstijl vorm te krijgen.
Belangrijkste kenmerken
Bij de vorming van zijn eigen stijl werd hij door verschillende factoren beïnvloed: de klimatologische omstandigheden waren vrij moeilijk en bovendien heeft de technologische vooruitgang zich in deze jaren snel ontwikkeld. Dit alles had een beslissende invloed op de vorming van zijn eigen architectonische cultuur. De opvallende onderscheidende kenmerken waren de elementen van de gebouwen:
- Een hoog, meestal dubbel zadeldak.
- De getrapte vormen van de bovenste delen van gebouwen.
- Baksteen is het basis bouwmateriaal.
- Het decor is spaarzaam en bestaat voornamelijk uit witte inzetstukken en witte stenen afwerking.
- De vorm van de gebouwen is langgerekt met smalle gevels.
- Hoge gesegmenteerde ramen.
- De ingang bevindt zich meestal aan de lange zijde van het gebouw, tegenover de binnenplaats.
Dat was de klassieke Nederlandse bouwstijl, die, met minimale wijzigingen, tot op de dag van vandaag overeind is gebleven.